Stedelijke programma's

Bestuur, dienstverlening en financiën

Onderwerp

Totale

V/N

Toelichting

I/S

AR/

afwijking

BR

(x €1.000)

Lasten

-8.883

N

Bedrijfsvoering en PenO

1.220

V

Beheer gemeentelijke huisvesting

I

BR

Financiën

766

V

Strikt onvermijdbaar

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

580

V

Energielasten gemeentelijke huisvesting

I

AR

Raad

297

V

Raadsvergoeding

I

AR

Digitalisering en automatisering

-350

N

Maat- en meerwerk gemeentebrede projecten

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

-355

N

Inhuurbalie

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

-502

N

Voorziening spaarverlof

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

-600

N

Inhuur personeel

I

AR

Digitalisering en automatisering

-750

N

Meerkosten ICT-projecten

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

-1.219

N

Voorziening pensioen Wethouders

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

-1.613

N

Administratieve verdeling loonkosten SBR

I

AR

Financiën

-2.500

N

Stelpost kapitaallasten

i

AR

Financiën

-3.857

N

Vaste en vlottende financiering

I

AR

Baten

8.413

V

Financiën

9.117

V

Gemeentefonds

I

AR

Financiën

877

V

Vaste en vlottende financiering

I

AR

Bedrijfsvoering en PenO

-250

N

Afwikkeling dienstverlening UWV

I

AR

Financiën

-456

N

Contributiemarge rendabele uren

I

AR

Financiën

-875

N

OZB

I

AR

Toevoegingen aan reserves

-970

N

Financiën

-83

N

Gemeentefonds

I

BR

Financiën

-246

N

Gemeentefonds

I

BR

Bedrijfsvoering en PenO

-641

N

Beheer gemeentelijke huisvesting

I

BR

Onttrekkingen aan reserves

-425

N

Bedrijfsvoering en PenO

-425

N

Beheer gemeentelijke huisvesting

I

BR

Beheer gemeentelijke huisvesting
Op de lasten van het beheer van gemeentelijke huisvesting is in 2024 een incidenteel voordeel van € 1,2 miljoen gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door lagere lasten op planmatig onderhoud (€ 1,2 miljoen). Hiervan schuift € 1,1 miljoen door naar latere jaren, enerzijds door een toevoeging van € 640.000 (nadeel) aan de reserve voor planmatig onderhoud vastgoed en anderzijds door een verlaging van € 425.000 (nadeel) van de onttrekking aan de reserve planmatig onderhoud vastgoed.

Strikt onvermijdbaar   
In 2024 is er geen beroep gedaan op de post strikt onvermijdbaar. Per saldo levert dit een voordeel op van € 0,8 miljoen.

Energielasten gemeentelijke huisvesting
Op de energielasten van de gemeentelijke huisvesting is een voordeel van € 580.000 behaald. De dalende energieprijzen en ingezette energiebesparende maatregelen zijn hiervan de oorzaak.

Raadsvergoeding
Abusievelijk is de berekening van de raadsvergoedingen gebaseerd op een te hoog inwonersaantal en daarmee te hoog begroot. Deze te hoge begroting heeft echter geen invloed op de werkelijke uitgaven. Om dit in de toekomst te voorkomen wordt in het proces een extra controle op de berekening ingebouwd. Het incidenteel voordelig resultaat bedraagt € 297.000.

Maat- en meerwerk gemeentebrede projecten
In 2024 heeft vanuit de Connectie extra ingezet plaatsgevonden op gemeentebrede projecten zoals de inbesteding van Schulphulpverlening, de implementatie van het nieuwe vastgoedinformatiesysteem. Deze extra werkzaamheden hebben tot een incidenteel nadelig resultaat geleid van € 350.000.

Inhuurbalie
Het inhuurproces is gecentraliseerd binnen de gemeente Arnhem. Dit betekent dat professionals met de daarbij behorende systemen (Netive) binnen de gemeente zijn gevestigd. De kosten zijn € 355.000 hoger dan begroot. Dit heeft te maken met inzet van inhuurkrachten als gevolg van extra inzet en vervanging van ziekte/zwangerschap en door hogere kosten aan het inhuursysteem Netive. De inhuurbalie ook werkzaamheden uit voor de Connectie en de gemeente Renkum, waarbij de kosten op basis van een verdeelsleutel worden verdeeld.

Voorziening spaarverlof
Medewerkers kunnen sinds 1 januari 2022 bovenwettelijke vakantie-uren sparen. Met dit verlofsparen kunnen medewerkers passend bij hun levensfase hun bovenwettelijke vakantie-uren inzetten op een manier die aansluit bij hun persoonlijke levens- en carrièreplanning en het gemeentelijke vitaliteitsbeeld. Deze vakantie-uren verjaren niet. Hiervoor (spaarverlof, maar ook voor het bovenwettelijke verlof) moet een voorziening worden gevormd (op grond van het Besluit Begroten en Verantwoorden).
In 2024 heeft dit geleid tot een gemeentebreed nadeel van € 1,1 miljoen (begrotingsprogramma S00 - € 502.000,
S06 - € 209.000, S02 - € 124.000, S01 - € 119.00 en diverse overige begrotingsprogramma’s - € 122.000).

Inhuur personeel
De overschrijding van het formatiebudget is het gevolg van maatregelen die getroffen zijn om de continuïteit van onze taken te waarborgen. De extra kosten zijn ontstaan door personeel in te huren voor het opvangen van langdurig verzuim, vervanging tijdens vaderschap- en zwangerschapsverlof, en extra inzet bij piekwerkzaamheden bij herdenkingen en verkiezingen.

Meerkosten ICT projecten
In 2024 heeft een nabetaling plaatsgevonden voor de licentiekosten van het Zaaksysteem. Dit heeft een incidenteel nadelig resultaat tot gevolg van € 250.000. Daarnaast heeft de aanbesteding en implementatie van een nieuw Vastgoedinformatiesysteem en extra inzet op GEO/GIS tot extra kosten geleid.

Voorziening pensioen Wethouders
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitbetaling van ouderdoms- en nabestaandenpensioen voor zittende en ex-wethouders op grond van de wet Appa. Deze voorziening dient voor de toekomstige verplichtingen. De omvang van de voorziening per 31-12-2024 sluit aan bij de meest recente actuariële berekeningen zoals opgesteld door een externe deskundige (Visma). De stijging wordt met name veroorzaakt door de gedaalde rente.

Administratieve verdeling loonkosten SBR
De herverdeling van de loonkosten van het cluster Strategie, Beleid en Regie (SBR) is nog niet volledig administratief verwerkt. Dit zorgt voor een incidenteel nadeel binnen het programma S00. Dit nadeel moet echter in samenhang worden gezien met het voordeel binnen de andere begrotingsprogramma's waaronder S08 Welzijn en Inclusie en S10 Duurzaamheid en Energie. Per saldo zijn de totale loonkosten van SBR over alle begrotingsprogramma's nagenoeg neutraal.

Stelpost kapitaallasten (SPUK Oekraïne)
Vooruitlopende op de ontvangst van de specifieke uitkering (SPUK) zijn de investeringen en daarbij behorende kapitaallasten voor opvanglocaties van vluchtelingen uit Oekraïne in eerste instantie gedekt vanuit de stelpost kapitaallasten binnen begrotingsprogramma S00. Vanaf 2024 worden de lasten daadwerkelijk gerealiseerd. Echter is de begroting daarop niet aangepast. Dit levert in 2024 een incidenteel nadeel op dit programma op aan rentelasten en afschrijvingen. Deze kosten zijn onderdeel van de specifieke uitkering (SPUK) Oekraïne en worden verder toegelicht op begrotingsprogramma S08 Welzijn en Inclusie waar ook de baten staan.
Vanaf 2025 zal de begroting binnen beide programma’s worden gecorrigeerd.

Vaste en vlottende financiering
Zoals in de tabel hierboven opgenomen, is op Treasury in 2024 een voordeel van € 0,9 miljoen op de externe rentebaten ontstaan. Daarnaast is een nadeel van € 3,9 miljoen op de interne rentelasten ontstaan. Dat is intern omdat dit de interne rekenrente betreft die in werkelijkheid lager dan begroot is uitgevallen. Hier staat eenzelfde voordeel op de rest van de taakvelden tegenover.  

Voordeel rentebaten (€ 0,9 miljoen)
Het voordeel op de rentebaten is voornamelijk veroorzaakt door het rendement op het Schatkistbankieren op de aldaar gestalde liquide middelen.

Nadeel interne rentelasten (€ 3,9 miljoen)
Het nadeel op de interne rentelasten voor het taakveld Treasury wordt veroorzaakt door een nacalculatie van de intern doorberekende omslagrente van 1,6% naar 1,0%. Tegenover dit nadeel voor Treasury staat een even groot voordeel op de rentelasten voor de rest van de taakvelden. Deze nacalculatie was nodig doordat de rentelasten op de financiering van de totale Arnhemse schuld meevielen, uiteindelijk € 3,9 miljoen lager dan begroot. Doordat veel investeringsbijdragen vooruit werden ontvangen en de investeringsuitgaven lager waren, hoefden er minder leningen te worden afgesloten dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. Daardoor vielen de rentelasten mee en was de omslagrente met 1,6% te hoog vastgesteld. Er werden dus te veel rentelasten aan de verschillende taakvelden toegerekend. Hierdoor ontstond een rentevoordeel op Treasury dat buiten de in het BBV toegestane bandbreedte kwam. Op basis van een aangepaste omslagrente van 1,0% is de nacalculatie gemaakt en vallen de rentelasten voor Treasury daardoor € 3,9 miljoen hoger uit dan begroot. Hiertegenover zijn de rentelasten op de verschillende projecten in de realisatie verlaagd met eenzelfde bedrag. Per saldo heeft dit geen effect op het gemeentelijke resultaat. Per programma en product zijn de effecten over het algemeen ook beperkt, omdat de rentebedragen over heel veel verschillende producten zijn verdeeld. In die gevallen dat dit een materieel voordeel heeft opgeleverd op een product of project, wordt dit bij de programma’s in de verschillenanalyse vermeld met verwijzing naar de bovenstaande verklaring.

Gemeentefonds
Het voordeel op het gemeentefonds ontstaat vanwege het feit dat de september- en decembercirculaires 2024 niet meer in de begroting zijn verwerkt. De begroting is gebaseerd op de meicirculaire 2024 (bijstelling begroting in Turap-2). Uit de september- en decembercirculaire 2024 ontstaan de volgende effecten, waardoor ten opzichte van Turap-2 een voordeel van ruim € 9,1 miljoen ontstaat:

  • Als gevolg van wijzigingen in de uitkeringsfactor en actualisatie van de maatstaven ontstaat een voordeel van ruim € 2,7 miljoen.
  • In het kader van behoedzaamheid hebben we in 2024 eventuele ruimte onder het plafond van het BTW-compensatiefonds vooraf niet meegerekend. Voor 2024 valt deze vrij en dit levert een voordeel van € 5,0 miljoen op.
  • Nieuwe middelen in de vorm van decentralisatie-uitkeringen en taakmutaties voor het uitvoeren van diverse taken van in totaal € 1 miljoen. Een groot deel hiervan is in de decembercirculaire bekend gemaakt. Van ruim € 0,3 miljoen wordt voorgesteld deze over te hevelen naar de programma's waarbinnen deze taken worden uitgevoerd ter dekking van de kosten vanaf 2025 (zie onder dotaties reserve).
  • Over de oudere jaren (2022 en 2023) zijn afrekeningen ontvangen naar aanleiding van aanpassingen in maatstaven en de uitkeringsfactoren. Dit leidt tot een voordeel van bijna € 0,5 miljoen.

Afwikkeling dienstverlening UWV
De financiële afwikkeling van de dienstverlening aan het UWV is bij de jaarrekening van 2023 afgerond. Per abuis heeft de administratieve verwerking van de opgenomen vordering pas in 2024 plaatsgevonden. Dit zorgt in 2024 voor een incidenteel nadeel van € 250.000.

OZB
Op de opbrengsten OZB is een nadelig resultaat behaald van € 745.000. Dit betreft de gesaldeerde opbrengsten, na vermindering en vernietiging van aanslagen. Bij zowel woningen als niet-woningen is de gemiddelde waardestijging (na correcties naar aanleiding van bezwaar) iets lager uitgekomen dan bij de tariefberekening werd verwacht. Het financieel nadeel dat hierdoor ontstaat is echter volledig op te vangen binnen het in de begroting opgenomen budget voor verminderingen. Dat er toch een negatief resultaat ontstaat, is te verklaren door een bij de begroting 2011 opgenomen structureel begrote meeropbrengst van € 860.000, die losstaat van de jaarlijkse tariefberekening. De reden voor het opnemen van deze stelpost was dat destijds elk jaar bleek dat er op de OZB een positief resultaat werd behaald. De afgelopen jaren laten zien dat de realisatie van deze meeropbrengsten onder druk staat. De verschillen tussen de feitelijke waardeontwikkeling en de bij de tariefberekening gehanteerde te verwachten waardeontwikkeling zijn beperkt, waardoor ook afwijkingen op de op basis van de tariefberekening begrote opbrengsten minder te verwachten zijn en de stelpost minder realistisch is. We bekijken welke mogelijkheden er zijn om deze stelpost af te bouwen. Het negatieve resultaat wordt gedempt door meeropbrengsten uit nog opgelegde aanslagen over 2022 en 2023.

Deze pagina is gebouwd op 04/16/2025 12:29:51 met de export van 04/16/2025 12:03:37