OZB
- De onroerende-zaakbelasting (OZB) heeft met de WOZ-waarde een grondslag met een lasten verdelende werking. Zo geldt voor eigenaren van woningen en bedrijfsgebouwen en huurders van bedrijfsgebouwen: hoe hoger de waarde van de woning / het gebouw, des te hoger de te betalen belasting.
- Elk jaar is een herwaarderingsjaar. Dat betekent dat de WOZ-waarden gebaseerd worden op een nieuwe waardepeildatum. De WOZ-waarde is een zo goed mogelijke schatting van de mogelijke verkoopprijs op de waardepeildatum. Om te voorkomen dat de opbrengsten OZB te hoog of te laag worden, wordt de gemiddelde waardeontwikkeling gecompenseerd door een tariefswijziging.
- In de periode 2023-2026 worden de OZB-opbrengsten, exclusief areaalontwikkeling, jaarlijks met 5 procent verhoogd. Dit betekent dat de gemiddelde (verwachte) lastenstijging OZB ook 5 procent per jaar is. De daadwerkelijke waardeontwikkeling kan afwijken van de waardeontwikkeling waar voor de tariefberekening van uit is gegaan. Met als gevolg dat ook de gemiddelde lastenstijging af kan wijken van de 5 procent. Voor belastingjaar 2024 is dit het geval. Bij zowel woningen als niet-woningen is de gemiddelde waardestijging (na correcties naar aanleiding van bezwaar) iets lager uitgekomen dan bij de tariefberekening werd verwacht, waardoor een huishouden met een koopwoning en eigenaren en gebruikers van niet-woningen in 2024 (gemiddeld) te maken hebben gehad met lagere lasten OZB dan waar rekening mee werd gehouden. In 2025 wordt deze afwijking gecorrigeerd met een (verwachte) gemiddelde lastenstijging van meer dan 5 procent, zodat over een langere periode bezien de lastenontwikkeling OZB gemiddeld 5 procent per jaar is
- Voor de OZB voor niet-woningen geldt een verhouding van 80%-20% voor respectievelijk eigenaar en gebruiker.
Rioolheffing
- Net zoals de OZB heeft de rioolheffing met de WOZ-waarde een grondslag met een lasten verdelende werking. De rioolheffing volgt de jaarlijkse herwaardering voor de OZB.
- Het uitgangspunt bij de tarieven van de rioolheffing is volledige kostendekkendheid. Oftewel: de begrote opbrengsten uit rioolheffing zijn (vrijwel) gelijk aan de begrote kosten voor de gemeentelijke watertaken voor afval-, hemel- en grondwater. Voor een verdere toelichting op de kostendekkendheid van de rioolheffing in 2024 wordt verwezen naar het onderdeel Kostendekkendheid bestemmingsheffingen in deze paragraaf.
Afvalstoffenheffing
- Bij de afvalstoffenheffing wordt een relatie gelegd tussen de mate van gebruik en de belasting die iemand betaalt. Daarom werken we bij de afvalstoffenheffing met twee tarieven, één voor eenpersoonshuishoudens en één voor meerpersoonshuishoudens.
- De (begrote) kostendekkendheid van de tarieven van de afvalstoffenheffing wordt stapsgewijs verhoogd naar 95 procent in 2026. Voor een verdere toelichting op de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing in 2024 wordt verwezen naar het onderdeel Kostendekkendheid bestemmingsheffingen in deze paragraaf.
Parkeerbelasting
De tarieven voor parkeren op straat en in de gemeentelijke parkeergarages zijn in 2024 geïndexeerd met de verwachte inflatie van 3,1 procent. De naheffingsaanslagen (boetes) zijn verhoogd naar het wettelijk toegestane bedrag.
Toeristenbelasting
De tarieven van de toeristenbelasting waren in 2024 gelijk aan de tarieven van 2023.
Leges
2024 was het jaar waarin de Omgevingswet in werking trad, met nieuwe producten en tarieven. De tarieven voor paspoorten, Nederlandse identiteitskaarten en rijbewijzen zijn in 2024 verhoogd met de stijging van de af te dragen rijksleges. Voor de overige leges geldt dat de tarieven in 2024 gelijk waren aan de tarieven van 2023. We streven ernaar de kostendekkendheid van het totaal van de leges te verhogen en onderzoeken wat hierin de mogelijkheden zijn.