Paragrafen

Risicomanagement en weerstandsvermogen

In deze paragraaf gaan we, in aansluiting op de toelichting in deel 1 van deze jaarstukken, verder in op de financiële positie van de gemeente Arnhem. Allereerst volgt een samenvatting van de belangrijkste punten uit deze paragraaf. Aansluitend volgt een toelichting op:

  • de uitkomsten van de financiële kengetallen;
  • de uitgangspunten voor beleid;
  • het risicoprofiel en het beschikbare weerstandsvermogen;
  • de belangrijkste risico's.

Om op een eenvoudige manier uit te leggen hoe de gemeente naar haar financiële positie kijkt, gebruiken we de metafoor van een privépersoon, die, na afloop van het jaar, terugkijkt op zijn of haar eigen financiële positie: Waren mijn inkomsten en uitgaven in evenwicht? Moest ik mijn spaargelden aanspreken of kon ik extra sparen? Heb ik in de toekomst wat extra middelen achter de hand als mijn wasmachine kapot gaat? Als een privépersoon een goed en zeker inkomen heeft om zijn huur of hypotheek te betalen, verder geen grote schulden heeft en ook nog over een spaarsaldo beschikt, is de conclusie dat zijn of haar financiële positie robuust en solide is.
Zo is het ook bij gemeenten. Had het gemeentelijk huishoudboekje een tekort of een overschot? Heeft de gemeente na het jaar 2024 geen of weinig schulden en een redelijk goed gevulde ‘bankrekening’ (algemene reserve)? Waren de buffers voor risico’s hoger dan de risico’s die zich voor hebben gedaan? Waren de baten even hoog of hoger dan de lasten? Als het antwoord op al die vragen positief is dan staat de gemeente Arnhem er in financiële zin goed voor.   

Door in samenhang te kijken naar een aantal kengetallen kunnen we beoordelen hoe robuust de financiële positie van een gemeente is. Dat is waar we in deze paragraaf bij stilstaan.

Over het jaar 2024 is een positief saldo van inkomsten en uitgaven gerealiseerd en bedraagt het voordelig jaarresultaat € 6,4 miljoen na mutaties in de reserves. Het financieel voordelig jaarresultaat heeft positief doorgewerkt op de drie niveaus van robuustheid aan de hand waarvan is te beoordelen hoe de gemeente er voor staat.

  1. In de Begroting 2024 werd voor 2024 een onttrekking van € 10,9 miljoen aan de algemene reserve begroot. Uiteindelijk is een onttrekking van € 4,6 miljoen aan de algemene reserve gerealiseerd. De Begroting 2024 was al structureel in evenwicht en daarmee voldoende robuust. Met de realisatie over 2024 is deze robuustheid versterkt.
  2. De mate van robuustheid om risico's op te vangen: het risicoprofiel is opnieuw geactualiseerd. Ook het beeld van de beschikbare weerstandscapaciteit is opnieuw bepaald. Bij het opstellen van de begroting werd voor 2024 uitgegaan van een weerstandsfactor van 1,0. Zowel het risicoprofiel als de beschikbare weerstandscapaciteit zijn met respectievelijk € 10 miljoen en € 27 miljoen groter dan bij de Begroting 2024 verwacht. Door de grotere (positieve) afwijking bij de beschikbare weerstandscapaciteit komt de verhouding / de weerstandsfactor uit op 1,2.
  3. De mate van robuustheid van de balans: Hierbij gaat het onder andere om de omvang van de schulden van de gemeente (netto schuldquote) en de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen (solvabiliteit). Deze financiële kengetallen hebben zich in 2024 ten opzichte van de begroting in positieve richting ontwikkeld en zijn licht verbeterd ten opzichte van de Jaarrekening 2023. De uitkomsten van de financiële kengetallen worden verderop in deze paragraaf toegelicht.

Samenvattend is te zeggen dat de financiële positie van de gemeente in 2024 robuuster is dan waar in de begroting van werd uitgegaan en licht verbeterd is ten opzichte van de Jaarrekening 2023.

Deze pagina is gebouwd op 04/16/2025 12:29:51 met de export van 04/16/2025 12:03:37