Paragrafen

Grondbeleid

De methode om het weerstandsvermogen te berekenen is in 2023 geactualiseerd ten opzichte van voorgaande jaren. In het BBV van juli 2019 wordt een onderscheid gemaakt in het conjuncturele risico (marktrisico) en project specifieke risico's. Op basis van dit onderscheid is de opbouw en bepaling van het weerstandsvermogen berekend.

  1. Het conjuncturele risico (marktrisico) werd voorgaande jaren bepaald door een scenario berekening uit te voeren op basis van een "slechtweer" scenario. Dit scenario ging uit van:
    1. 3 jaar vertraging van het project door vraaguitval,
    2. een waardedaling van 15% van de grondopbrengsten binnen de looptijd van de projecten,
    3. 10% lagere kosten i.v.m. marktontwikkeling en bijstellen randvoorwaarden.

Dit jaar is voor de conjuncturele risico’s gebruik gemaakt van historische cijfers in opbrengsten- en kostenontwikkeling, CPI, GWW (index voor grond-, weg- en waterbouw) en huizen prijsindex die nauwkeurig inzicht geven in de conjuncturele ontwikkelingen van de afgelopen decennia. Geëxtraheerd van deze cijfers zijn drie scenario’s geformuleerd, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding:

Scenario 1

Snelle kostenstijging, opbrengsten licht fluctuerend.

Scenario 2

Opbrengsten dalen, kosten dalen met vertraging, langzaam herstel.

Scenario 3

Opbrengsten dalen, kosten dalen met vertraging, daarna snelle stijging.

Per jaar wordt er bepaald welk scenario het meest aannemelijk is zich voor te doen, waarbij de huidige stand van de conjunctuur het vertrekpunt is. Door middel van een wegingsfactor wordt er aan het meer aannemelijke scenario een zwaardere weging gegeven. Dit jaar telt scenario 1 voor 20%, scenario 2 voor 60% en scenario 3 voor 20%.

  1. Projectspecifieke risico’s worden geïnventariseerd door de projectleiders van grondexploitatieprojecten in samenwerking met specialisten die betrokken zijn bij de projecten. Dit kunnen planeconomen, business controllers, risicomanagement zelf en andere inhoudelijk betrokkenen zijn. Bij deze inventarisatie wordt een lijst van risico’s samengesteld die middels een onderbouw al dan niet gekwantificeerd worden. Daarbij wordt een kans van optreden geformuleerd. Het verwacht financieel effect wordt vermenigvuldigd met de kans van optreden. Vervolgens is met Naris de omvang van het risico bepaald. Het totaal van deze uitkomsten vormt het risicobedrag specifiek voor die grondexploitatie. Dit wordt vervolgens gemoduleerd met Naris. Een simulatieprogramma, om het definitieve risicobedrag te bepalen.

Alle risico’s die een grotere kans van optreden hebben dan 50%, worden opgenomen in de grondexploitatie zelf.

Naast de project specifieke risico’s en conjuncturele risico’s wordt er een risicobedrag opgenomen voor het strategisch bezit (MVA) en de anterieure overeenkomsten. Dit bedraagt voor het MVA 10% van de boekwaarde en voor anterieure overeenkomsten 10% van de gemaakte kosten in 2024. Onderstaande tabel laat vervolgens de totale risicobedragen zien per beschreven onderdeel.

Weerstandscapaciteit grondbedrijf

Bedragen x € 1.000

Conjuncturele risico's (marktrisico)

14.140

8.842

18.910

Project specifieke risico's

9.123

7.774

32.861

Strategisch bezit (mva)

1.873

2.687

3.011

Anterieure overeenkomsten

112

290

65

Totaal risico's

25.248

19.593

54.847

Af: zelfdragend risico vermogen pos. Grex

-6.974

-4.732

-5.090

Benodigd weerstandscapaciteit grondbedrijf

18.274

14.861

49.757

BR grondexploitatie

15.809

16.347

23.903

Het weerstandsvermogen van het grondbedrijf, bestaande uit de bestemmingsreserves strategische posities, voorstudies en grondexploitatie, is niet toereikend voor het afdekken van de risico’s van het grondbedrijf. Wanneer het dekkend vermogen van de bestemmingsreserve grondexploitatie  tegenover de weerstandscapaciteit wordt gezet, wordt er een tekort zichtbaar van €25,85 miljoen. Voor de dekking van dit te kort zal een beroep worden gedaan op de middelen uit de algemene reserve. Onderstaande tabel geeft de mutaties van de bestemmingsreserves weer over 2024.

Ontwikkeling bestemminsreserve

Bedragen x € 1.000

BR strategische posities

1.500

0

0

1.500

BR voorstudies

0

500

46

546

BR grondexploitatie

14.847

0

7.010

21.857

Duidelijk wordt dat de bestemmingsreserve grondexploitatie toegenomen is met € 7 miljoen. Dit is echter dus niet toereikend om alle risico’s van het grondbedrijf te dekken.

De jaarresultaat 2024 van het grondbedrijf leidt tot onderstaande mutaties met bestemmingsreserves.

Mutaties Bestemmingsreserves

Bedragen x € 1.000

Totaal resultaat grondbedrijf

13.310

18.095

4.785

Begroot resultaat grondbedrijf

3.811

1.540

-2.271

Afwijking werkelijk resultaat tov begroting

9.499

16.555

7.056

BR Strategische posities: Beheer- en verkoopresultaat

0

0

-155

BR Strategische posities: Aanvulling vanuit positief resultaat grondbedrijf

0

0

155

BR Voorstudies: Resultaat voorstudies

0

0

46

BR Grondexploitatie

0

0

7.010

Na mutaties binnen de bestemmingsreserves wordt overeenkomstig gemeentelijk beleid zal er geen dotatie aan het Stadsontwikkelfonds plaatsvinden.

Deze pagina is gebouwd op 04/16/2025 12:29:51 met de export van 04/16/2025 12:03:37